Hooikoorts is een vorm van allergie. Iemand met hooikoorts is allergisch voor stuifmeelkorrels, ook wel pollen genoemd. Hooikoorts heeft dus eigenlijk niets te maken met hooi of koorts. We spreken daarom beter over pollenallergie.

Een allergische reactie is eigenlijk een abnormale reactie van ons afweersysteem op een contact met een stof die ons lichaam (meestal) vreemd is. Het gaat om stoffen die meestal goed worden verdragen, maar die door onze cellen ten onrechte als gevaarlijk bestempeld worden. Het afweersysteem slaat als het ware een beetje op hol en leidt tot ongewenste effecten in plaats van discreet te verdedigen tegen mogelijke indringers.

Als je een pollenallergie hebt en lucht inademt met stuifmeelkorrels, reageren je neusslijmvliezen (binnenbekleding van de neus) door op te zwellen en de luchttoevoer naar de longen te verminderen. Dit geeft het gevoel van een verstopte neus. De overmatige slijmproductie door de slijmvliezen leidt tot een loopneus. Als het slijmvlies zelf geïrriteerd raakt, worden er zenuwbanen geprikkeld, waardoor je veelvuldig en krachtig moet niezen. Je kunt ook last hebben van jeukende, rode, waterige ogen, hoofdpijn, prikkeling in de keel, kortademigheid, hoestbuien (na een inspanning) en bloedneuzen. Deze symptomen worden ook wel allergische rhinitis of neusontsteking genoemd (seizoensgebonden).

Stuifmeel zit in grassen, bomen, bloemen en planten en hangt vooral tijdens de bloeiperiode in de lucht. Bomen bloeien vroeg in het voorjaar: de els en de hazelaar van januari tot maart, de berk van eind maart tot mei. Grassen bloeien van april tot september. De meeste bloemen en planten bloeien van mei tot september. De klachten van een pollenallergie zijn het hevigst als de pollenconcentratie in de lucht het hoogst is. Dit is vooral 's middags bij droog, warm en winderig weer.

Een allergie voor pollen kan samengaan met een allergie voor bepaalde groenten of fruit. We spreken dan van een kruisallergie.

Erfelijkheid speelt een rol bij allergie. De kans dat we een allergie ontwikkelen is groter naarmate één van onze ouders allergisch is en is zeer groot als beide ouders dezelfde allergie hebben. Het is heel belangrijk om de oorzaak van een allergie te achterhalen om meteen te kunnen ingrijpen en de blootstelling aan de allergenen zoveel mogelijk te vermijden.

Als je het hele jaar door last hebt van typische hooikoortsklachten (niet-seizoensgebonden rhinitis), dan wordt de allergie meestal veroorzaakt door huisstofmijt, deeltjes van dierenhuid (hoofdzakelijk honden en katten), schimmels of paddestoelen. Het aantal allergenen is echter buitengewoon groot. Niet-seizoensgebonden allergische neusontsteking herken je meestal door voortdurend mondademen, snurken, vaak terugkerende sinusitus en het gevoel bijna altijd verkouden te zijn.

Lees meer

Lees minder

Probeer zoveel mogelijk om contact met het allergeen (stuifmeel) te vermijden.

• Houd overdag ramen en deuren gesloten.
• Probeer aan het einde van de ochtend en het begin van de avond, als de meeste pollen in de lucht zitten, binnen te blijven. Verlucht je huis na een regenbui, 's morgens vroeg (voor 9u) of 's avonds laat (na21u). (laagste pollenconcentratie)
• Houd de pollenkalender in de gaten of blijf op de hoogte via de pollenfoon ( 0900/10073  0900/10073 ).
• Houd tijdens het rijden de ramen van de wagen gesloten en schakel de airco en ventilatie uit. Er bestaan ventilatiesystemen met een pollenwerende filter.
• Draag buiten een zonnebril tegen irritatie van de ogen. Vermijd het dragen van contactlenzen. Hierop kunnen allerlei deeltjes zich vastzetten.
• Vermijd hoog gras en plaatsen waar gras wordt gemaaid. Laat het gras maaien aan iemand anders over.
• Vermijd tijdens de zomer het sporten in openlucht.
• Neem na een wandeling een douche om de pollen te verwijderen. Was je kleren sneller, maar laat ze niet aan de buitenlucht drogen.
• Je kan je vakanties aan zee of in het gebergte plannen, de pollenconcentraties zijn daar lager.
• Wrijf niet in je ogen. Verminder de irritatie liever door te spoelen met lauw water of een vochtig washandje op je ogen te leggen.

Lees meer

Lees minder

Vertel waar je last van hebt en vraag raad.

Lees meer

Lees minder

De typische symptomen van een pollenallergie kunnen uiteindelijk zeer hinderlijk zijn voor een goede nachtrust, sociaal leven of beroep. Verschillende geneesmiddelen kunnen heel wat ongemakken verhelpen.

• Antihistaminica of anti-allergische middelen verlichten de symptomen door de vrijgave van histamine, een chemische stof die verantwoordelijk is voor de allergische reactie, te blokkeren. De antihistaminica (bvb. cetirizine en loratadine) bestaan o.a. in tabletten die bij voorkeur 's avonds worden ingenomen. Bepaalde soorten kunnen namelijk slaperigheid uitlokken.
• Tabletten worden meestal aanbevolen indien er allergische symptomen bij verschillende organen (bvb neus en ogen) voorkomen.
• Er bestaan neussprays met antihistaminica. Deze kunnen allergische symptomen ter hoogte van de neus vrij snel (na minder dan dertig minuten) verlichten. Deze sprays kunnen ook de irritatie ter hoogte van de ogen verminderen. Voorbeelden hiervan zijn levocabastine en azelastine.
• Er bestaan neussprays of neusdruppels met natriumcromoglycaat voor preventief gebruik. Na een zeven- tot tiental dagen treden deze geneesmiddelen in werking. Er wordt best een drietal weken voor de verwachte blootstelling aan de allergenen gestart met de behandeling. Het is belangrijk dat het geneesmiddel continu gebruikt wordt, want anders kunnen de symptomen van de allergie weer opduiken. Om ervoor te zorgen dat de oplossing van de neussprays (of neusdruppels) met het gehele neusslijmvlies in contact komt, wordt de neus best op voorhand gespoeld met fysiologisch serum of vrijgemaakt met een ontzwellende neusspray (indien de neus verstopt is). Deze natriumcromoglycaatsprays worden vaak bij kinderen gebruikt.
• Een neusspray met een decongestivum of bloedvatontzwellend product kan kortstondig (niet langer dan èèn week) gebruikt worden om neusverstopping tegen te gaan.
• Oogdruppels met een antihistaminicum verlichten allergische symptomen ter hoogte van de ogen. Voorbeelden hiervan zijn levocabastine en azelastine.
• Oogdruppels met natriumcromoglycaat kunnen preventief gebruikt worden bij allergische symptomen ter hoogte van de ogen. Het is belangrijk dat deze druppels continu gebruikt wordt, want anders kunnen de symptomen van de allergie weer opduiken. Er wordt best een drietal weken voor de verwachte blootstelling aan de allergenen gestart met de behandeling.

Lees meer

Lees minder

 Wanneer je erg veel last hebt, raadpleeg je best je huisarts.

Lees meer

Lees minder

Lees minder

Lees meer

Probeer zoveel mogelijk om contact met het allergeen (stuifmeel) te vermijden.

• Houd overdag ramen en deuren gesloten.
• Probeer aan het einde van de ochtend en het begin van de avond, als de meeste pollen in de lucht zitten, binnen te blijven. Verlucht het huis na een regenbui, 's morgens vroeg (voor 9u) of 's avonds laat (na21u). (laagste pollenconcentratie)
• Houd de pollenkalender in de gaten of blijf op de hoogte via de pollenfoon ( 0900/10073  0900/10073 ).
• Houd tijdens het rijden de ramen van de wagen gesloten en schakel de airco en ventilatie uit. Er bestaan ventilatiesystemen met een pollenwerende filter.
• Draag buiten een zonnebril tegen irritatie van de ogen. Vermijd het dragen van contactlenzen. Hierop kunnen allerlei deeltjes zich vastzetten.
• Vermijd hoog gras en plaatsen waar gras wordt gemaaid. Laat het gras maaien aan iemand anders over.
• Vermijd tijdens de zomer te sporten in openlucht.
• Neem na een wandeling een douche om de pollen te verwijderen. Was je kleren sneller, maar laat ze niet aan de buitenlucht drogen.
• Je kunt je vakanties aan zee of in het gebergte plannen, de pollenconcentraties zijn daar lager.
• Wrijf niet in je ogen. Verminder de irritatie liever door te spoelen met lauw water of een vochtig washandje op je ogen te leggen.

Lees minder

Lees meer

Lees minder

Lees meer

Lees minder

Lees meer