Wormen zijn parasieten. Ze hebben met andere woorden het lichaam van een mens of dier nodig om te kunnen overleven.

Er bestaan heel wat soorten wormen. We kunnen ze indelen in twee grote families: de rondwormen en de platwormen.
De bij de mens meest voorkomende wormen zetten we hier even op een rijtje:

• De lintworm behoort tot de familie van de platwormen.
  Een lintworm is wit-geel van kleur en kan zes meter lang worden. Hij bestaat uit verschillende stukjes die elk 1 tot 3 cm lang zijn.
  Bij besmetting (door het eten van rauw gehakt) treft u deze stukjes aan in de stoelgang. Er zijn weinig andere klachten, tenzij af en toe wat maag- of darmlast.

• Aarsmaden zijn rondwormen.
  Het zijn kleine geel-witte wormpjes van 0,5 tot 1 cm lang.
  Ze komen vooral voor bij kinderen en geven jeuk rond de anus. Ze zorgen doorgaans ’s nachts voor jeuk, aangezien ze dan naar buiten komen om eitjes te leggen. Doordat kinderen gaan krabben, komen de eitjes onder de nagels terecht. Deze eitjes kunnen nadien overal blijven aankleven en anderen besmetten. Door aanraking van de mond kunnen ze namelijk onbewust worden ingeslikt.

• Spoelwormen zijn rondwormen.
  Ze hebben een lichtgele tot roze kleur. De worm kan 3 tot 6 mm dik en 10 tot 30 cm lang worden.
  Bij besmetting vind je de worm of stukjes ervan terug in de stoelgang. Vaak geeft de worm aanleiding tot diarree, verstopping of buikpijn. De besmetting wordt veroorzaakt door slecht gewassen groenten of fruit die op besmette grond geteeld zijn. In België komt de worm weinig voor. Een besmetting wordt doorgaans opgelopen in het buitenland.

• Honden- en kattenspoelworm; dit zijn ook rondwormen.
  Ze worden 2 à 3 mm dik en 8 à 18 cm lang.
  Een besmetting is moeilijk te herkennen, aangezien de worm niet terug te vinden is in de stoelgang. Soms geeft dit aanleiding tot koorts, buikpijn of kriebelhoest. Een besmetting kun je oplopen door in aanraking te komen met besmette stoelgang van honden of katten, bijvoorbeeld na het leegmaken van de kattenbak. Kinderen lopen het soms op in de zandbak.

Lees meer

Lees minder

Het is vooral belangrijk om enkele hygiënische maatregelen in acht te nemen:

• Was regelmatig je handen. Zeker nadat je naar het toilet ging of wanneer je je baby een nieuwe luier aandoet.

• Was zeker ook je handen na het verversen van de kattenbak of het oprapen van hondenpoep.

• Leer je kinderen om de handen te wassen na het spelen in een zandbak.

• Knip je nagels en die van je kinderen kort.

• Was regelmatig de billetjes van je kind. Zeker wanneer het besmet is met de aarsmade.

• Was ook het beddengoed en ondergoed op voldoende hoge temperatuur (min. 60°).

• Ontsmet mogelijk besmette materialen zoals speelgoed, deurknoppen, WC-bril en verschoningskussen.

• Was of schel rauwe groenten en fruit zeker alvorens ze op te eten.

Lees meer

Lees minder

Vertel vooral wat je voornaamste klachten zijn.
Mocht je de worm hebben teruggevonden in je stoelgang, beschrijf dan hoe die eruit ziet.
Probeer indien mogelijk een deel van de worm op te vangen in een potje. Je kan hiervoor speciale containertjes verkrijgen in de apotheek.

Lees meer

Lees minder

Er bestaan twee verschillende producten voor de behandeling van worminfecties:

• Een lintworm wordt behandeld met niclosamide.
  Het is vrij verkrijgbaar in de apotheek.
  Tijdens de behandeling moet het gebruik van alcohol vermeden worden. Niclosamide is niet actief tegen rondwormen. Een eenmalige behandeling volstaat meestal. De dosis is afhankelijk van de leeftijd (2 g voor volwassenen; 1 g tussen 2 en 6 jaar en 500 mg voor kinderen jonger dan 2 jaar).

• Aarsmaden en spoelwormen worden best behandeld met mebendazol.
  Ook dit is zonder voorschrift in de apotheek te verkrijgen.
  De dosering en het aantal maal dat je het moet gebruiken hangt af van het soort worm waarmee je geïnfecteerd bent. Je apotheker kan je hierover het nodige advies geven. Je mag mebendazol niet gebruiken tijdens het eerste trimester van je zwangerschap.

Lees meer

Lees minder

De meeste worminfecties die in België voorkomen zijn onschuldig van aard. Toch kunnen ze voor het nodige ongemak zorgen en het is het niet altijd even makkelijk om vast te stellen om welke infectie het juist gaat. We raden je zeker aan een arts te contacteren in volgende gevallen:

• Wanneer je niet zeker bent om welk soort worminfectie het gaat.

• Wanneer het een worminfectie bij kinderen jonger dan 2 jaar betreft.

• Wanneer je zwanger bent.

• Wanneer de infectie steeds weerkeert.

• Wanneer een zelfzorgproduct niet blijkt te werken.

• Wanneer je bijkomende maag- of darmklachten hebt.

Lees meer

Lees minder

De hoofdreden van besmetting is meestal te wijten aan een gebrekkige handhygiëne.

• Handen wassen na toiletbezoek is belangrijk; je kunt hierbij het beste een nagelborsteltje gebruiken.
• Knip de nagels kort.
• Was ook de handen grondig na contact met honden of katten.
• Hang elke dag een schone handdoek op het toilet of gebruik wegwerphanddoeken.
• Gebruik voor onder- en bovenlichaam aparte washandjes.
• Neem elke dag schoon ondergoed.
• Hou het luierkussen schoon
• Het is ook goed om regelmatig deurknoppen, wc-bril en speelgoed af te soppen.
• Eitjes kleven ook aan kleding en lakens, was ze grondig op 60° en regelmatig.
• Zorg ook voor een goed onderhouden zandbak.
• Haal bij de apotheker een kuur tegen wormen.
• Was verse groenten goed
• Eet geen rauw vlees

In sommige gevallen is het raadzaam je arts te raadplegen.

Lees minder

Lees meer